Om een letselschadezaak te kunnen regelen, moet er overeenstemming zijn tussen het slachtoffer en de aansprakelijke partij over de uitgangspunten. Dit zijn afspraken over hoe de schade moet worden berekend. Uitgangspunten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de looptijd van de schade, de hypothetische carrière van het slachtoffer of hoeveel huishoudelijke hulp iemand nodig heeft.
Er zijn dus veel uitgangspunten mogelijk. Welke van belang zijn, is afhankelijk van de situatie van het slachtoffer. Het vaststellen van de uitgangspunten kan onder meer worden gebaseerd op jurisprudentie, de Richtlijnen van De Letselschaderaad, statistieken van het CBS en rapporten van ingeschakelde deskundigen, zoals de medisch adviseur of arbeidsdeskundige.
Bijvoorbeeld: in de Richtlijn van de Letselschaderaad wordt aangegeven dat bij vergoeding van huishoudelijke hulp een eindleeftijd wordt aangehouden van 75 jaar. Dit leidt vaak tot het uitgangspunt dat de huishoudelijke hulp voor de toekomst kan worden doorgerekend tot dat het slachtoffer de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt.
Aan de hand van dit uitgangspunt kunnen de belangenbehartiger en verzekeraar overeenstemming krijgen over de omvang van de schade.