Na publicatie van het onderzoek langlopende letselschadezaken heeft het Verbond van Verzekeraars de directe verzekering weer eens afgestoft. Een idee dat al stamt uit de jaren ’90 en dus niet bepaald vernieuwend te noemen. Het is jammer dat de discussie naar aanleiding van het onderzoek zich direct heeft verengd tot het al dan niet invoeren van een directe verzekering. Het is belangrijker structurele oorzaken aan te pakken.
In 2016 beschreef ik de problematiek rondom de directe verzekering ook al en die is in essentie niet veranderd. Ons systeem is gericht op het zo concreet mogelijk vaststellen van schade. Dat is voor slachtoffers het eerlijkst en geniet de voorkeur boven bijvoorbeeld het normeren van schade. Een directe verzekering kan daardoor alleen werken door het wettelijk vastleggen van waarborgen, die onvermijdelijk zullen leiden tot premiestijgingen bij verzekeraars.
Onderzoek langlopende letselschadezaken
In ongeveer 3% van de 70.000 letselschadezaken duurt de afwikkeling langer dan twee jaar. Soms zijn hier goede redenen voor, maar regelmatig duren letselschadezaken onnodig lang. Onlangs publiceerde de Letselschade Raad het onderzoeksrapport “Langlopende Letselschadezaken”. Het resultaat van een uitgebreid onderzoek door de Universiteit van Utrecht in opdracht van De Letselschade Raad.
Onderzocht is wat de belangrijkste kenmerken zijn van letselschadedossiers die niet binnen twee jaar zijn afgewikkeld. De twee belangrijkste conclusies zijn:
– er meerdere redenen zijn waarom een letselschadezaak na twee jaar nog steeds niet is afgewikkeld;
– er is niet één meest voorkomende reden of omstandigheid die zich in het merendeel van deze zaken voordoet.
Directe verzekering
Met de directe verzekering is er geen discussie meer over de aansprakelijkheid en dat zal in de beginfase de afhandeling van de zaak versnellen. De Universiteit van Utrecht concludeert echter dat de oorzaken voor langlopende zaken divers zijn, het is dus een illusie dat met één systeemwijziging dit probleem wordt opgelost.
Een ander voordeel is dat je bij de afhandeling van je letselschade altijd met je eigen verzekeraar te maken hebt. Als je eigen verzekeraar de zaak te traag behandelt of te weinig wil betalen, zul je in de toekomst eerder geneigd zijn over te stappen naar een andere verzekeraar. Dat is voor de verzekeraar een prikkel om een letselschade voortvarend af te handelen.
Het NLE reageerde op het voorstel van het Verbond dat het tamelijk naïef is om te verwachten dat een eigen verzekeraar zich bij een forse schadeclaim coulanter zal gedragen dan de verzekeraar van de veroorzaker van een ongeval.
“De financiële belangentegenstelling tussen partijen is ongewijzigd aanwezig, daar brengt het feit dat de benadeelde aan de regelende verzekeraar premie betaalt erg weinig verandering in”
Daarnaast wijst het NLE terecht op het feit dat verzekeraars de dekking via de polis kunnen beperken. Consumenten zullen zich dit niet realiseren als ze een autoverzekering afsluiten.
Noodzakelijke waarborgen
De enige manier waarop een directe verzekering goed zou kunnen werken, is als de overheid wettelijk vastlegt wat de verzekering moet dekken. De rechten van slachtoffers kunnen dan niet worden beknot. Ieder slachtoffer moet daarbij recht hebben op een belangenbehartiger en er mag geen maximering zijn op bepaalde schadeposten. Ons mooie systeem van concrete schadevergoeding moet overeind blijven.
Dit betekent wel dat de premies van autoverzekeringen zullen stijgen. Wij als premiebetalers moeten dan namelijk ook schade vergoeden van slachtoffers die door eigen schuld letselschade oplopen. De besparing van de schuldvraagdiscussie zal onvoldoende zijn om deze extra kosten te compenseren. Ik denk echter niet dat dit de bedoeling is van het Verbond van Verzekeraars.
Of wij die kosten gezamenlijk willen en kunnen dragen? Deze vraag kan alleen goed beantwoord worden als we weten hoeveel wordt bespaard zonder schuldvraagdiscussie en wat het extra kost om ieders letselschade te vergoeden.