Val over biggenrug, ABN AMRO aansprakelijk?

Door mr. Sander de Groot, Letselschade.com

Op 1 december 2023 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van de bezitter van een opstal op basis van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In deze zaak liep een man een incomplete dwarslaesie op nadat hij op een parkeerterrein van ABN AMRO over een zogenaamde biggenrug struikelde. Een biggenrug is een ovaalvormige betonnen drempel die dient om te voorkomen dat voertuigen te ver doorrijden in een parkeervak. De man stelde ABN AMRO aansprakelijk voor zijn schade.

 

Aansprakelijkheid voor opstal (artikel 6:174 BW)
Artikel 6:174 BW bepaalt dat de bezitter van een opstal in beginsel aansprakelijk is als er schade optreedt door een opstal die “niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert”. Dit betekent dus dat de bezitter van opstal aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een gebrekkige opstal. Opstal is een bouwwerk, een door de mens op de grond geplaatst object. Een biggenrug wordt dus juridisch gezien als een opstal gezien.


Wat is er precies gebeurd?

Het slachtoffer had een bezoek gebracht aan de ABN AMRO en was daarna terug gelopen naar zijn auto, waarbij hij tussen de geparkeerde auto’s doorliep. Hij is op het parkeerterrein gestruikeld en ten val gekomen. De parkeervakken waren aangeduid met witte verf en aan de kop van de parkeervakken waren biggenruggen gesitueerd, om te voorkomen dat auto’s te ver door zouden kunnen rijden. Het parkeerterrein was van ABN AMRO. ABN AMRO heeft geen aansprakelijkheid erkend. Het slachtoffer startte daarom een procedure bij de rechtbank.

Oordelen van rechtbank en Hof

De aanwezigheid van de biggenruggen op het parkeerterrein en de indeling ervan leverde geen gebrekkige opstal op en wees de aansprakelijkheid van ABN AMRO dus af. Het slachtoffer was het hier niet mee eens en ging in beroep.

Het hof oordeelde dat er wel sprake was van een gebrekkige parkeerplaats, onder meer vanwege de gevaarlijke inrichting, de afwezigheid van duidelijke looproutes en het ontbreken van veiligheidsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van een contrasterende kleur op de biggenrug. Het Hof concludeerde dus dat ABN AMRO wel aansprakelijk is. Vervolgens is het Hof wel van mening dat er sprake was van eigen schuld van 40% gezien zijn kennelijke onoplettendheid of onvoorzichtigheid.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad benadrukt in zijn arrest allereerst dat voor de beoordeling van de gebrekkigheid van een opstal moet worden gekeken naar een viertal factoren. Deze factoren zijn de kans op schade, de ernst van die schade, de te verwachten mate van oplettendheid van potentiële slachtoffers en de mogelijkheid tot het nemen van veiligheidsmaatregelen (de kelderluikcriteria).

Vervolgens oordeelde de Hoge Raad dat het Hof onvoldoende aandacht besteed aan verschillende relevante omstandigheden die door ABN AMRO waren aangevoerd. Allereerst had ABN AMRO betoogd dat de kans op schade door een val over een biggenrug gering was, aangezien een val over een biggenrug op het parkeerterrein nog nooit was voorgekomen. Daarnaast stelde ABN AMRO dat het slachtoffer de biggenruggen had moeten opmerken bij het betreden van het terrein. Deze omstandigheden spelen mee bij de vraag naar de te verwachten oplettendheid van potentiële slachtoffers. Tenslotte ging het Hof niet in op de stelling van ABN AMRO dat het markeren van de biggenruggen of het plaatsen van waarschuwingsborden onpraktisch en ongebruikelijk zou zijn.

De Hoge Raad vernietigde het oordeel van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof dus onvoldoende is ingegaan op de 4 genoemde factoren en de verschillende stellingen die ABN AMRO heeft aangevoerd. De Hoge Raad oordeelt zelf niet over de vraag of er sprake is van een gebrekkige parkeerplaats, maar verwijst de zaak dan ook naar een ander Hof. Dit Hof zal, met inachtneming van alle relevante omstandigheden, een nieuwe inhoudelijke beoordeling moeten maken over de gebrekkigheid van de parkeerplaats.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt nog maar eens het belang van een zorgvuldige afweging van alle relevante omstandigheden bij het beoordelen van de gebrekkigheid van een opstal. Het wachten is nu op de uitspraak van het Hof, dat met inachtneming van de opmerkingen van de Hoge Raad moet beoordelen of er sprake was van een gebrekkige parkeerplaats. Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomst!

Sander de Groot is NIVRE Register-Expert bij Letselschade.com