Een persoon heeft een ongeval gehad in een foampit. Dit is een grote bak gevuld met zachte schuimblokken. De foampit is veelal te vinden in trampolineparken en is ervoor bedoeld om iemands val te breken.
Betrokkene maakte een salto in de foampit en landde met zijn voet op een van de trampolineveren. Hierdoor liep hij een breuk op aan de grens tussen zijn scheenbeen en enkel. Hij stelt het trampolinepark aansprakelijk voor zijn letselschade, maar de aansprakelijkheid wordt niet erkend. Volgens het bedrijf voldeed de foampit namelijk aan de daaraan te stellen eisen.
De Rechtbank oordeelt dat het bedrijf wél aansprakelijk is. Betrokkene maakte normaal gebruik van de foampit en heeft de veiligheidsvoorschriften gevolgd. Ondanks dat liep hij letsel op. De veren van het trampolinedoek waren onvoldoende afgedekt. Hierop is cliënt met zijn voet terecht gekomen, hetgeen voorkomen had kunnen worden. De Rechtbank is van mening dat het bedrijf de foampit op een onveilige manier heeft gemonteerd. Hiermee is niet voldaan aan artikel 15 van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. Het trampolinepark is daarmee aansprakelijk en moet de schade van betrokkene vergoeden.
Zie hier de uitspraak.