Is een werkgever altijd aansprakelijk bij een bedrijfsongeval?

Door Richard van Beek, Ottenschot Letselschade

Bij meldingen van bedrijfsongevallen blijkt dat werknemers er vaak van overtuigd zijn dat een werkgever per definitie aansprakelijk is als er iets op het werk gebeurt. Helaas moeten wij het slachtoffer dan aangeven dat dit wel vaak het geval is, maar dat er ook feiten en omstandigheden kunnen zijn die ertoe leiden dat de werkgever niet aansprakelijk kan worden gehouden. In dit artikel wordt uitgelegd wie nu wat moet bewijzen en wat die feiten en omstandigheden (kunnen) zijn. Ook wordt een recent arrest van het gerechtshof Den Bosch besproken.

 

Wat moet de werknemer bewijzen?
In het aansprakelijkheidsrecht geldt over het algemeen de regel “wie eist, bewijst”. Dit op grond van artikel 150Rv: “De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten, ten uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.” Bij werkgeversaansprakelijkheid geldt dat de werknemer moet aantonen dat er schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. Al in 2001 heeft de Hoge Raad bepaald dat de werknemer niet hoeft te bewijzen hoe het ongeval zich heeft voltrokken of wat de oorzaak van het ongeval is.

Wat moet de werkgever bewijzen?
Als de werknemer slaagt in zijn of haar bewijslast, is het vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat zij de op haar rustende zorgplicht niet geschonden heeft. Die zorgplicht gaat ver, maar het is zeker geen absolute waarborg. De werkgever moet zorgen voor een veilige werkplek. Ook moet zij veiligheidsinstructies geven en toezicht houden op naleving van de instructies. Verder is de werkgever niet aansprakelijk als zij kan aantonen dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer.

Arrest gerechtshof Den Bosch 28 mei 2024
Dat de werknemer “slechts” hoeft te bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van de werkzaamheden klinkt simpel, maar is zeker niet altijd het geval. Dat blijkt wel uit het arrest van het gerechtshof Den Bosch d.d. 28 mei 2024 (klik hier voor het arrest).

werkgeversaansprakelijkheidWat speelde er in die zaak? Op 15 oktober 2019 is werknemer in dienst getreden bij werkgever. Op 6 mei 2020 heeft de werknemer een vastgelopen pallet los willen duwen. Direct daarna had hij pijn en heeft hij zich bij zijn leidinggevende ziekgemeld. Ook heeft een collega het voorval waargenomen en zijn er camerabeelden, waarop het voorval te zien is. 2 dagen later, op 8 mei 2020, heeft hij zijn huisarts geconsulteerd. De huisarts noteerde in het dossier “Rugpijn en schouderklachten, werkgerelateerd” en als probleem “Fysiek zwaar werk”. Na een periode van re-integratie heeft de werknemer zich op 25 november 2020 opnieuw arbeidsongeschikt gemeld.

De werknemer heeft de werkgever aansprakelijk gesteld. Dit op grond van artikel 7:658 BW, waarin de zorgplicht van de werkgever is geregeld. De werkgever heeft daarop verweer gevoerd en heeft daarbij betwist dat er sprake zou zijn van een arbeidsongeval. Ook is door de werkgever gemotiveerd aangegeven dat zij de zorgplicht niet zou hebben geschonden.

Partijen kwamen er niet uit en uiteindelijk heeft dit geleid tot een civiele procedure. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat niet is vast komen te staan dat er schade is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Om die reden volgde een afwijzing. Vervolgens heeft de werknemer hoger beroep aangetekend bij het gerechtshof Den Bosch.

De werknemer heeft als bewijs de camerabeelden aangeleverd en ook de hiervoor genoemde medische informatie. Ook naar het oordeel van het gerechtshof is niet vast komen te staan dat er schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. Als reden voert het gerechtshof aan dat de verklaring van de huisarts gebaseerd is op hetgeen cliënt heeft verklaard (anamnese). De huisarts heeft echter niet vastgesteld dat het letsel daadwerkelijk verband houdt met de verrichte werkzaamheden, aldus het gerechtshof. Ook een verklaring van een behandelend orthopeed is naar het oordeel van het gerechtshof onvoldoende, nu hierin niet wordt ingegaan op het bedrijfsongeval.

Het gerechtshof heeft de vordering niet afgewezen. Wel heeft zij de werknemer toegelaten tot het leveren van nader bewijs, namelijk dat hij bij de ziekmelding het arbeidsongeval als oorzaak heeft genoemd. Hierbij zal ook een getuigenverhoor worden gehouden.

Als de werknemer hier niet in slaagt, doet beantwoording van de vraag of de werkgever de zorgplicht wel of niet heeft geschonden eigenlijk niet meer ter zake. Om proceseconomische redenen heeft het gerechtshof de werkgever toch gelast een afschrift van het registratieformulier in het geding te brengen. Dit op grond van artikel 9 lid 2 Arbowet, waarin geregeld is dat de werkgever verplicht is een registratie bij te houden van arbeidsongevallen, welke hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen.

Dit betreft een tussenarrest, waarbij de uitkomst nog zeer onzeker is. Het is niet ondenkbaar dat een onafhankelijke medische expertise uiteindelijk noodzakelijk zal zijn om het verband met de werkzaamheden/het voorval aan te kunnen tonen.

Kortom
De bewijsrechtelijke positie van een werknemer ligt vaak gunstig, maar het is dus zeker niet altijd gesneden koek. Lijdt een werknemer schade, dan is het van groot belang dat er door de werknemer direct bewijs wordt verzameld en dat ook de medische verslaggeving secuur is.

Heeft u een arbeidsongeval opgelopen?
Bent u betrokken geweest bij een arbeidsongeval en heeft u letsel opgelopen? Dan zoeken wij graag voor u uit wat uw mogelijkheden zijn. Neem dan contact met ons op

Richard van Beek is NIVRE Register-Expert bij Ottenschot Letselschade