Veteranenombudsman Reinier van Zutphen start een groot onderzoek naar de zorg voor getraumatiseerde veteranen. © GUUS SCHOONEWILLE
De Veteranenombudsman legt komende maanden een vergrootglas op de zorg voor getraumatiseerde militairen. Hij hekelt de oplopende frustraties over het gevecht dat ze met hun werkgever moeten voeren over erkenning en financiële compensatie. ,,Veteranen moeten weer snel verder kunnen met hun leven.’’
Eerder deze week luidden getraumatiseerde veteranen in deze krant de noodklok over waar ze vijf jaar na de invoering van de Veteranenwet nog altijd tegenaan lopen. Ze hebben het gevoel dat ze aan het lijntje worden gehouden bij de aanvraag van hun Militair Invalideitspensioen (MIP). Moeten maanden wachten op keuringen. En hebben stevige kritiek op het werk van verzekeringsartsen en de manier waarop Defensie schadeclaims afhandelt.
Ombudsman Van Zutphen, die zich naast problemen van gewone burgers ook bekommert om specifiek veteranenklachten, herkent de geluiden. Ook op zijn bureau belandden de afgelopen maanden vijftien dossiers van getraumatiseerde militairen die helemaal waren vastgelopen bij de aanvraag van hun Militair Invalideitspensioen (MIP). Meest schrijnende zaak die hij onder ogen kreeg was een veteraan die na negen jaar nog niet wist waar hij aan toe was. De man werd van keuring naar keuring gestuurd. Tussendoor moest hij ook nog meewerken aan allerlei andere onderzoeken. Toen hij zich ten einde raad bij Van Zutphen meldde, wist hij nog niet wat zijn medische eindtoestand was. ,,Toen heb ik gezegd; maar dit kan echt niet. En we hebben het voor hem opgelost. Hij krijgt nu wel een pensioen. We hebben een bijzondere zorgplicht naar deze mensen. Ze hebben belangrijke dingen voor Nederland gedaan en komen gehavend terug. Dan moeten wij ervoor zorgen dat deze mensen goed worden begeleid en opgevangen.’’
Volgens Defensie waren er in het verleden te weinig keuringsartsen waardoor de wachttijden zo extreem konden oplopen. Maar met dat antwoord neemt Van Zutphen geen genoegen. ,,Ik ga nu kijken wat er echt aan de hand is. We willen dat er structureel iets verbetert en verandert. Dat er oog is voor de noden en begrip vanuit Defensie waarom er tempo nodig is. Nu wordt nogal eens de menselijke maat uit het oog verloren.’’
Wat moet er in elk geval anders?
,,Die onzekerheid, die in uiterste gevallen dus negen jaar kan duren, moet echt teruggedrongen worden. We willen best accepteren dat het soms iets langer duurt voordat precies duidelijk is wat de medische eindtoestand van iemand is, maar daar hoort wel de zekerheid bij hoe iemand die periode doorkomt en wanneer er een eindbeslissing wordt genomen. Ik vind het niet acceptabel om tegen veteranen te zeggen; het spijt mij heel erg, maar ik kan geen dokter voor je vinden.’’
Veteranen vinden dat ze te vaak een herkeuring hebben?
Dat zien wij ook en daarom gaan we ook kijken hoe vaak we aan een veteraan kunnen vragen om bij een dokter te komen. Militairen zien er vaak als een berg tegenop om weer hun verhaal te moeten vertellen. Ik vind dat artsen het aan hun stand verplicht zijn om de belasting voor de deze mensen zo minimaal mogelijk te houden.’’
Veteranen hebben het gevoel dat Defensie hun aanvragen traineert. Ziet u dat ook zo?
,,Dat vind ik te ver gaan, maar ik snap wel dat veteranen het zelf zo voelen als ze maar geen helderheid krijgen. Ik vind dat er bij Defensie onvoldoende wordt nagedacht over de effecten die dat lange wachten heeft op de veteranen.’’
Waarom lukt het Defensie niet om problemen voortvarend weg te werken?
,,Ik zie dat er ongelooflijk veel en goed is geregeld voor veteranen. Dat hoor je Defensie ook steeds zelf zeggen en daar hebben ze gelijk in. Maar mijn ervaring is wel dat Defensie het moeilijk krijgt als een zaak een beetje afwijkt of het ingewikkelder wordt. Dan moet je door systemen heen breken. Anders wordt het systeem belangrijker dan de veteraan en gaat het fout.’’
Er zijn veel klachten over de afhandeling van schadeclaims. Hoe kijkt u daar naar?
,, Ik vind dat we uit de claimcultuur moeten komen. Dat procedures zo ingericht zijn dat het snel kan. Ik weet zeker dat de meeste veteranen die iets vragen aan Defensie dat niet doen om tot de eurocent nauwkeurig iets uitgekeerd te willen krijgen. Dat doen ze omdat ze graag verder willen met hun leven. Als het wel tot achter de komma uitgerekend moet worden, dan gaat het veel te lang duren. Dan neemt de ontevredenheid toe en verharden juridische procedures. Ik denk dat veel veteranen veel blijer zijn als ze snel iets horen en de uitkering ietsje minder is, dan dat ze lang moeten wachten en meer krijgen.’’
Bron: AD.nl