De Uitspraak Europees Hof: gevolgen voor vrije keuze belangenbehartiger
Door mr. Sander de Groot
Uitspraak Hof van Justitie EU van 14 mei 2020
Op 14 mei 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangrijke uitspraak gedaan die gevolgen heeft voor rechtsbijstandsverzekeraars. Het Hof heeft duidelijk gemaakt dat elke fase die mogelijk zou kunnen uitmonden in een procedure bij een rechterlijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’ valt. Volgens het Hof betekent dit dat een buitengerechtelijke bemiddelingsprocedure hier ook onder valt en dat ook dan een vrije keuze van een belangenbehartiger geldt. De belangen van de verzekerde worden volgens het Hof op deze wijze beter beschermd.
Europese richtlijn 2009/138
Deze uitspraak is een nadere uitleg van de Europese richtlijn 2009/138. Deze richtlijn gaat over de ‘toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf’. In artikel 201 lid 1 onder punt a van die richtlijn staat dat in elke overeenkomst inzake rechtsbijstand (de rechtsbijstandverzekering) uitdrukkelijk wordt bepaald dat:
“indien een advocaat of andere persoon die volgens het nationaal recht gekwalificeerd is, wordt gevraagd de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, de verzekerde vrij is om deze advocaat te kiezen”.
Wat zijn de gevolgen voor de letselschadepraktijk?
Het bijzondere aan een letselschadeprocedure is dat sinds het arrest Drenth van de Hoge Raad van 3 april 1987 (NJ 1988, 275) het mogelijk is dat de buitengerechtelijke kosten, gemaakt voor de bepaling van de aansprakelijkheid en het schadebedrag, worden verhaald op de veroorzaker van het ongeluk. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat de aansprakelijkheid is erkend. Als het niet lukt een letselschade minnelijk te regelen, zal er geprocedeerd moeten worden, deze kosten vallen hier niet onder. In dat geval zal een rechtsbijstandsverzekeraar, als een letselschadeslachtoffer is verzekerd, de kosten moeten vergoeden.
Stel dat een letselschadeslachtoffer met rechtsbijstandverzekering een externe belangenbehartiger wil inschakelen om zijn letselschade te verhalen. Als er geen discussie is over de schuldvraag hoeft de rechtsbijstandsverzekeraar de kosten van deze belangenbehartiger niet te vergoeden. Die kosten kunnen direct verhaald worden bij de verzekeraar van de aansprakelijke partij.
Dit verandert niet door deze uitspraak. Het is wel van belang dat een letselschadeslachtoffer de zaak direct meldt bij zijn rechtsbijstandsverzekeraar en aangeeft dat een externe belangenbehartiger is ingeschakeld. Anders is er mogelijk geen recht op polisdekking als het niet lukt de schade te regelen in de buitengerechtelijke fase en er geprocedeerd moet worden.
Het verhaal wordt anders als de aansprakelijkheid niet direct wordt erkend door de verzekeraar van de mogelijk aansprakelijke partij. In dat geval mag het slachtoffer er ook voor kiezen een externe belangenbehartiger in te schakelen en deze kosten dienen in eerste instantie vergoed te worden door de rechtsbijstandsverzekeraar. Hetzelfde geldt voor de situatie dat de aansprakelijkheid slechts gedeeltelijk wordt erkend en naar rato dus ook maar een gedeelte van de buitengerechtelijke kosten vergoed worden. De niet-vergoede kosten moeten dan ook vergoed worden door de rechtsbijstandsverzekeraar.
Reactie Verbond Van Verzekeraars
Het Verbond van Verzekeraars is van mening dat de recente uitspraak over de vrije keuze rechtshulpverlener niet van toepassing is op Nederlandse rechtsbijstandverzekeringen. Zij motiveren dit door aan te geven dat deze zaak in België speelde en het Belgische systeem anders is dan het Nederlandse systeem. Het is de vraag of ze daarin gelijk hebben. Als je de Europese richtlijn en de uitspraak goed leest, heeft het Belgische systeem geen invloed op de uitkomst, het gaat erom dat voor de voorafgaande fase aan een procedure ook vrije advocaatkeuze geldt, zoals eerder aangegeven.
Zowel voor verzekeraars als verzekerden zou het goed zijn als hier binnenkort over geprocedeerd gaat worden en er dus duidelijkheid komt voor de Nederlandse situatie.
Conclusie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie concludeert: Een slachtoffer van letselschade veroorzaakt door een derde en verzekerd van rechtsbijstand, kan altijd zelf de belangenbehartiger kiezen. Dit geldt ook als de aansprakelijkheid nog niet is erkend.
Als de aansprakelijkheid niet direct wordt erkend of slechts gedeeltelijk wordt erkend is het wel van belang de rechtsbijstandspolis te bestuderen, omdat het verzekerd bedrag voor de kosten van inschakeling van een externe belangenbehartiger gemaximeerd kan zijn.
Ik acht het niet onaannemelijk – in tegenstelling tot de visie van het Verbond van Verzekeraars – dat jurisprudentie binnenkort zal bevestigen dat deze uitspraak ook invloed heeft op de Nederlandse situatie. De ontwikkelingen in dat verband moeten afgewacht worden.
Sander de Groot is NIVRE Register-Expert bij Letselschade.com