Affectieschade: ontwikkelingen 2019 – 2025

Door Richard van Beek, Ottenschot Letselschade

Een ongeval zit vaak in een klein hoekje, maar de gevolgen kunnen groot zijn. Niet alleen voor het slachtoffer zelf, maar ook voor naasten kan de impact enorm zijn. Met enige regelmaat komt dit in dossiers ter sprake.

 

Even zo vaak moest ik dan aangeven dat, afgezien van verplaatste schade, alleen het slachtoffer zelf een vorderingsrecht heeft. Het niet kunnen vorderen van smartengeld voor naasten leidde vaak tot onbegrip, wat ook niet verwonderlijk is. Hoe leg je nu uit dat de wet hiertoe geen mogelijkheden bood?

Invoering Wet Vergoeding Affectieschade

Gelukkig is er sinds de invoering van de Wet Vergoeding Affectieschade (1 januari 2019) veel veranderd. Deze wet biedt de mogelijkheid om voor naasten een vergoeding te claimen als er sprake is van zeer ernstig letsel of overlijden. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de volgende factoren:

  • Aard van de affectieve relatie;
  • Aard van de schadeveroorzakende gebeurtenis (wel of geen misdrijf);
  • Soort personenschade (ernstig letsel of overlijden).

Oplossing van alle problemen?

Hiermee zou je zeggen dat het hiervoor geschetste probleem van onbegrip is verholpen. Enerzijds wel, naasten zien een vergoeding als erkenning en tot op zekere hoogte ook als genoegdoening. Dat wordt zeker als positief ervaren. In de wet staat een vaste kring van gerechtigden genoemd. Dat biedt voordelen, echter broers of zussen worden niet genoemd.

De in de wet genoemde hardheidsclausule (categorie g: “overige nauwe persoonlijke relaties”) biedt wel mogelijkheden om voor broers en zussen affectieschade te vorderen, maar die situaties zijn uitzonderlijk en dus zeer beperkt. Een warme en waardevolle familieband is onvoldoende. Er moet sprake zijn van een nauwe, persoonlijke relatie, die zodanig is dat deze als uitzonderlijk kan worden beschouwd en een normale familieverhouding overstijgt. Als het dan al lukt, gaat dit vaak gepaard met smakeloze discussies. Immers, het beginsel is dat broers en zussen geen recht hebben op een vergoeding.

Onderzoek in opdracht van WODC

Dat dit slecht uit te leggen is, blijkt ook uit een onderzoek van een onderzoeksteam van de Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit Utrecht. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum heeft zij de wet geëvalueerd. Het doel van het onderzoek was om na te gaan in hoeverre de wet de beoogde doelstelling (“Erkenning van leed van naasten en het bieden van een vorm van genoegdoening”) heeft behaald.

In algemene zin waren de uitkomsten van het onderzoek positief. De vaste, gestandaardiseerde bedragen hebben tot gevolg dat er weinig tot geen discussie is, wat ook een positieve invloed heeft op de doorlooptijd. Echter, niet onverwacht, het belangrijkste knelpunt is de beperkte kring van gerechtigden en dan met name het feit broers en zussen niet specifiek in de lijst van gerechtigden zijn opgenomen. Uit het onderzoek is gebleken dat er grote behoefte bestaat om de kring der gerechtigden uit te breiden naar broers en zussen.

Uitbreiding kring der gerechtigden

Het onderzoek heeft ertoe geleid dat de opzet van de wet niet zal worden gewijzigd. Wel zullen broers en zussen in de toekomst ook aanspraak zullen kunnen maken op vergoeding van affectieschade. Om moeizame en pijnlijke discussies te voorkomen geldt dit voor zowel uit- als thuiswonende broers en zussen. Het is in het Regeerprogramma opgenomen en het wetsvoorstel dat dit regelt gaat naar verwachting eind 2025 in consultatie.

Verhoging bedragen

Naast de opname van broers en zussen zullen ook de tabelbedragen worden verhoogd. Aanleiding hiervoor zijn de prijsontwikkelingen van de afgelopen jaren. Nu variëren de bedragen tussen € 12.500,00 en € 20.000,00. Dit zal worden verhoogd naar € 14.000,00 – € 22.500,00.

Ik ben mij er goed van bewust dat geld niet alles goed maakt. Anderzijds geeft deze wijziging wel blijk van erkenning, wat zal leiden tot meer begrip.

Richard van Beek is NIVRE Register-Expert bij Ottenschot Letselschade