Aansprakelijkheid voor dieren. Hoe zit dat ook alweer?

Door Richard van Beek

Dieren zijn een prachtig bezit. Hoeveel plezier beleef je er niet aan als na een dag noeste arbeid je trouwe viervoeter met een kwispelend staartje je thuis staat op te wachten? Of wanneer je met je paard je ronde maakt in de manege? Naast plezier brengen dieren helaas ook risico’s met zich mee. Wat nu als je hond iemand bijt? Ook een val van een paard kan zeer grote gevolgen hebben. Maar hoe zit dat dan met de aansprakelijkheid? Dit wordt verduidelijkt aan de hand van recente jurisprudentie.

Allereerst het vonnis rechtbank Rotterdam d.d. 18-03-2022. Wat speelde in die casus?

Op 1 juli 2015 reed een fietser in een park in Rotterdam. Op een gegeven moment naderde hij een vrouw, die haar 3 honden uitliet. Die honden liepen los en renden blaffend op de fietser af. Hij is vervolgens van zijn fiets gestapt en als gevolg van contact tussen hem en één van de honden liep hij een bijtwond op. Nadien bleef hij ook last houden van slaapproblemen, herbelevingen en angst voor honden.  Een jaar later is er zelfs PTSS bij hem gediagnostiseerd.

De fietser heeft de bezitter van de honden aansprakelijk gesteld. “Appeltje, eitje”, zou je denken, echter deze dame was niet bereid om aansprakelijkheid te erkennen. Zij heeft aangevoerd dat de fietser naar de hond zou hebben getrapt. Op grond van die omstandigheid doet zij een beroep op de hiervoor genoemde tenzij-clausule. De fietser ontkent echter dat hij geschopt heeft. Er zijn geen getuigen, die de lezing van één van de partijen zouden kunnen bevestigen.

De aansprakelijkheid voor dieren is bij wet geregeld. Artikel 6:179 BW zegt het volgende hierover: “De bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij de gedraging waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad”. Een mooi omschreven wetsartikel, maar wat betekent dit nu in de praktijk? Wat houdt de tenzij-clausule exact in?

Rechtbank Rotterdam oordeelde als volgt: “Vaststaat dat de honden blaffend op eiser afrenden op het moment dat hij slechts voorbij wilde fietsen. Los van de discussie of eiser daadwerkelijk heeft geschopt naar de honden, vormen de aangevoerde omstandigheden geen aanleiding voor toepassing van de tenzij-formule. Dit was mogelijk slechts anders geweest wanneer de schade zou zijn ontstaan doordat eiser uit eigen beweging en zonder aanleiding de honden zou hebben geschopt. Van een dergelijke situatie is geen sprake. Ook al zou wel komen vast te staan dat eiser naar de honden zou hebben getrapt, dan is dit naar het oordeel van de rechtbank geen omstandigheid die aan eiser kan worden toegerekend, te meer daar niet is gebleken van enige uitlokking of anderszins verwijtbaar handelen aan de zijde van eiser.”

Gedaagde is dan ook aansprakelijk voor de schade, aldus de rechtbank.

In een andere zaak is een amazone (verzoekster) een deelgeschilprocedure gestart bij de rechtbank Noord-Holland. Zij was van een paard gevallen, dat een kennis van haar bezat. De bezitter was echter niet bereid om aansprakelijkheid te erkennen.

Verzoekster heeft vanaf haar 12e paardgereden en nadat zij voor een periode van 10 à 12 jaar gestopt was, heeft zij dit weer opgepakt. Een kennis van haar (verweerster) bezat een paard, maar werd aan haar rug geopereerd. Tijdens het herstel (1 maand) mocht verzoekster haar paard berijden en verzorgen. 5 maanden later werd verweerster opnieuw geopereerd en ook toen verzorgde en bereed verzoekster het paard.

Na 3 weken reed verzoekster in de manege, waar het paard gestald was. Op een gegeven moment is het paard geschrokken en gaan bokken en rennen. Als gevolg hiervan is verzoekster van het paard gevallen, waardoor zij knieletsel opliep. Verzoekster heeft vervolgens verweerster aansprakelijk gesteld en wel op grond van artikel 6:179 BW.

Verweerster kan echter geen aansprakelijkheid erkennen. Zij stelt dat er mondeling was afgesproken dat het berijden (en de verzorging) volledig voor rekening van verzoekster zou blijven. Ook is als argument aangegeven dat er op de betreffende manege een gewoonteregel gold, dat de berijder van een paard nooit de bezitter aansprakelijk zou stellen. Om die reden werd aansprakelijkheid door verweerster niet erkend.

Subsidiair heeft verweerster nog een beroep gedaan op artikel 6:101 BW. Naar de mening van verweerster is het een feit van algemene bekendheid dat paardrijden risico’s met zich meebrengt, waarbij ook werd aangegeven dat verzoekster een ervaren ruiter was. Zij was bekend met het paard, dat zij kosteloos mocht berijden en waar zij vrijwillig op is gaan zitten, aldus verweerster.

Voorafgaand aan de deelgeschilprocedure was er een voorlopig getuigenverhoor gestart. Hierbij zijn verzoekster en verweerster als partijgetuigen gehoord. Verzoekster ontkende de afspraak, maar verweerster heeft dit tijdens het getuigenverhoor wel herhaald. Naast de partijgetuigen zijn ook een wederzijdse vriendin en de moeder van verweerster gehoord. Ook zij hebben bevestigd dat deze (mondelinge) afspraak er wel lag.

De rechtbank heeft gesteld dat het aan verweerster is om aan te tonen dat deze afspraak is gemaakt. De rechtbank heeft aangegeven dat de verklaring van verweerster alleen bewijs in haar voordeel kan opleveren, indien aanvullend bewijs voorhanden is dat zodanig sterk is en zulke essentiële punten betreft dat haar verklaring voldoende geloofwaardig maakt. Op basis van de partijgetuigenverklaring van verweerster, die wordt ondersteund door de gedetailleerde verklaringen van getuigen, acht de rechtbank verweerster geslaagd in het bewijs van haar stelling.

Gelet op het vorenstaande gaat de rechtbank ervan uit dat de aansprakelijkheid voor schade door eigen energie van het paard tussen partijen is uitgesloten. Om die reden is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat verweerster niet aansprakelijk is.

De volledige beschikking is te lezen op beschikking rechtbank Noord-Holland 23-06-2022.

Heeft u een incident met een dier meegemaakt en hierdoor letsel opgelopen? Neem dan contact op met Richard van Beek. Dan bespreken wij graag met u wat de mogelijkheden zijn.

 

Richard van Beek is NIVRE Register-Expert bij Ottenschot Letselschade